Het is een luxeprobleem, maar veel ondernemers zitten er maar mooi mee: moet ik overtollig geld beleggen in de BV of het geld laten uitkeren en in privé gaan beleggen? Z24-columnist Paul van der Kwast licht toe.

Op het eerste gezicht is de keuze voor de aanwending van vermogen dat je als ondernemer niet meteen nodig hebt makkelijk, zoals je met deze tool kunt berekenen.

Is het verwachte rendement hoger dan een procent of zes, dan kun je het geld beter naar privé halen, is het minder, dan houd je na belasting meer over als je in de BV gaat beleggen.

Deze logica valt eenvoudig uit te leggen. Bij beleggen in privé betaal je een vast belastingtarief van 1,2 procent in box 3 over het belegd vermogen (vermogensrendementsheffing).

Bij sparen of beleggen in de BV betaal je belasting over het werkelijke rendement. Dat wordt eerst belast met 20 procent vennootschapsbelasting. Je betaalt dan weinig belasting bij een laag beleggingsresultaat en veel bij een hoog rendement.

Beleggen met lening uit BV

Maar is er nog een derde optie, die door sommige boekhouders, accountants en fiscalisten wordt geadviseerd. Leen het geld van de BV en ga er in privé mee beleggen. Dat heeft als voordeel dat je met een groter bedrag rendement kunt maken. Je hoeft immers nog geen 25 procent dividendbelasting te betalen als je ermee gaat beleggen.

Op deze website staat dit uitgewerkt. In dit uitgewerkte voorbeeld blijkt dat dit de meest lucratieve constructie is als je meer dan 4 procent rendement behaalt.

Marktconforme rente

Maar deze constructie heeft ook nadelen. Om een aanvaring met de Belastingdienst te voorkomen, moet je enkele regels in acht nemen. Je bent verplicht om aan je BV een marktconforme rente te betalen. Die rente kun je niet als privé-persoon aftrekbaar maken, maar deze rente wordt wel belast in de BV. Overigens geldt de verplichting rente te betalen niet als je minder dan 17.500 euro leent.

Verder moet er een aflossingsschema zijn waaraan je je ook moet houden. Houd je je niet aan beide regels, dan ziet de Belastingdienst de lening mogelijk als verkapt loon waarover zij loonbelasting zal heffen.

Tenslotte is deze constructie het relatief onvoordelig als je een laag rendement op je beleggingen haalt. Dan blijft er na belasting minder over dan bij de andere opties en blijkt dit ‘slimme trucje’ een dure constructie waaraan alleen de adviseur geld verdient.

Fiscale risico's

Welke optie is dan te verkiezen? Ik zou kiezen voor de constructie waarmee je het minste fiscale risico loopt. Dat is het geval als je het geld gaat beleggen vanuit de BV. Na een topjaar betaal je dan het meeste belasting, maar bij een rendement van nul procent betaal je geen cent belasting. En een verlies verlaagt zelfs de belastingdruk op je overige activiteiten. Beleg je als privé-persoon, dan betaal je te allen tijde 1,2 procent, zelfs als je beleggingen aan het eind van het jaar in rook zijn opgegaan.

Toch is ook beleggen vanuit de BV niet zonder risico: als de BV failliet gaat, ben je je beleggingen kwijt. Je mag het geld dan niet in het vooruitzicht van een faillissement nog even snel naar je privé-rekening overmaken.

Paul van der Kwast is financieel planner en journalist. Voor Z24 schrijft hij tweewekelijks een column over personal finance.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl